Biologische waterzuivering: membraanbioreactor (MBR)

Verwijderen van organische stoffen, afbreken van biodegradeerbare detergenten, oliën en vetten, verwijderen van stikstof, fosfaat en zwevende stoffen

Doel

  • verwijderen van organische stoffen (TOC, COD (CZV), BOD (BZV) ... )

  • afbreken van biodegradeerbare detergenten, oliën en vetten ...

  • stikstofverwijdering (ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie)

  • fosfaatverwijdering (defosfatatie)

  • verwijderen van zwevende stoffen

Principe

Een mogelijke uitvoeringsvorm van de biologische waterzuivering is de membraanbioreactor (MBR). Daarbij scheiden microfiltratie- of ultrafiltratiemembranen het gezuiverde water en de slibvlokken. Met een poriëngrootte van minder dan 0,1 µm scheiden de membranen alle bacteriën en zwevende deeltjes van het gezuiverde water. De membraanmodule kan in het beluchtingsbekken ondergedompeld of buiten het beluchtingsbekken opgesteld worden.

Schema

Externe membraanmodule

Interne of ondergedompelde membraanmodule

Toepassingen

MBR-installaties zijn vaak duurder en verbruiken meer energie dan een klassiek biologisch waterzuiveringsstation. Het grote voordeel ligt echter in de uitstekende effluentkwaliteit, waardoor het water rechtstreeks in aanmerking komt voor hergebruik. De footprint van een MBR-waterzuivering is ook aanzienlijk kleiner. Er is immers geen nabezinker vereist en ze werkt vaak bij hogere slibconcentraties.

Uitvoeringsmogelijkheden

De membraankeuze hangt af van de schaalgrootte en het type afvalwater. In ondergedompelde MBR-reactoren valt de keuze vaak op vlakke platen of holle vezels, die gereinigd worden via beluchting en eventueel chemisch geconditioneerd terugspoelen. Extern opgestelde membraanmodules zijn meestal holle vezel- of multi-tubulaire systemen. In dat geval gebeurt de reiniging, mits een hoge stroomsnelheid van het slib, langs de membranen en het terugspoelen van de membranen.

Aanpak van Trevi

Elk afvalwatertype heeft zijn invloed op de filtreerbaarheid van het actief slib in een biologische waterzuivering. Daarom voert Trevi altijd pilootproeven uit. Zo ontstaat een realistische flux met een maximale levensduur van de membranen en een beperkte reinigingsfrequentie.